Nieuws

Versnel de inzet op een gelijk speelveld

Op 13 februari organiseerde minister Beljaarts een rondetafel over een gelijk speelveld en direct import binnen het e-commercekanaal. Samen met Thuiswinkel verzorgden de RND en andere branches een inbreng aan de tafel, waaraan ook o.a. bedrijven als Bol., Media Markt, verschillende inspecties, de consumentenbond en VNO-NCW/MKB-Nederland deelnamen. Retailbranches RND, Thuiswinkel, INretail, Modint en Techniek Nederland doen een gezamenlijke oproep aan de e-commerce rondetafel en komen met handvatten en oplossingsrichtingen voor de problematiek rondom directe import en het daaruit voortvloeiende ongelijke speelveld voor Nederlandse/Europese retailers.

Afgelopen zomer uiten wij al onze zorgen over onveilige en oneerlijke handelspraktijken door nieuwkomers op de EU-markt (link). Door nu met de oplossingsrichtingen te werken, hopen betrokken partijen met overheden een eerlijker speelveld te creëren, de veiligheid van consumenten te waarborgen en de integriteit van de Europese markt te beschermen. Met deze oproep benadrukken de retailbranches dat de aanpak gericht is op het waarborgen van eerlijke concurrentie en het beschermen van EU-consumenten.

Allereerst waarderen de Nederlandse retailbranches de plannen die de Europese Commissie op 5 februari presenteerde om tot een eerlijke, duurzamere ecommerceomgeving te komen met veilige producten (link). Veel plannen hangen af van de bereidheid van de lidstaten en de nationale autoriteiten om deel te nemen aan gezamenlijke acties. Als retailers kunnen we niet genoeg benadrukken dat de focus moet liggen op het voorkomen dat niet-conforme producten worden gekocht in plaats van in te grijpen achteraf.

Aanvullend zien we een breed palet aan mogelijke oplossingen:

  1. Oprichting van een taskforce oneerlijke concurrentie
  2. Versnelde en efficiënte handhaving
  3. Schaf de vrijstelling op invoerrechten af
  4. Zorg voor EU-vertegenwoordiging voor e-commerce platforms van buiten de EU
  5. Verken mogelijkheden tot informatie-uitwisseling op seller niveau onder marktplaatsen
  6. Bewustzijn onder consumenten vergroten

1) Oprichting van een taskforce oneerlijke concurrentie

  • De uitdagingen vragen om een integrale aanpak, waarbij samenwerking centraal staat. Tussen toezichthouders, ministeries, lidstaten in de Europese Unie, maar ook de markt. We stellen voor om de Nederlandse inzet concreet te maken door het oprichten van een taskforce oneerlijke concurrentie onder leiding van het Ministerie van Economische Zaken.
  • Het is aannemelijk dat de huidige oneerlijke concurrentie op den duur eerlijke concurrentie wordt. Dat zou een goede ontwikkeling zijn en onze sector is niet tegen concurrentie. Echter, ondernemers ervaren wel uitdagingen in het huidige ondernemersklimaat in Nederland die hun innovatiekracht en groeimogelijkheden belemmeren. De taskforce dient ook om het concurrentievermogen van de Nederlandse e-commerce sector op de lange termijn te borgen (zie ook Letta en Draghi).
  • In het afgelopen jaar zijn er in Europees verband veel handhavingsacties opgezet. Een goede ontwikkeling en belangrijk om op Europees niveau samen te werken gezien het grensoverschrijdende karakter van de overtredingen. Hierin zou de Minister, zeker gezien een groot aandeel van de geïmporteerde pakketjes via Nederland de Europese Unie binnenkomt, de regie in de Europese coördinatie moeten pakken.
  • Daarnaast hebben ondernemers in Nederland ook behoefte aan zichtbare actie van de Nederlandse overheid. De overheid zou een grens moeten trekken, kijkend naar acties uit andere Europese lidstaten als Polen, Duitsland en Italië.

2) Versnelde en efficiënte handhaving

  • De uitdaging rond e-commerce handhaving vraagt om een aanpak met meerdere actielijnen. De EU beschikt weliswaar over een uitgebreid wetgevingskader voor consumentenbescherming op het gebied van zaken als productveiligheid, duurzaamheid, eerlijke handels-/marketingpraktijken en privacy, maar nieuwe niet-EU spelers slagen er nog steeds in om succesvol de markt te betreden zonder aan de regels te voldoen waar Europese spelers zich wel aan moeten houden.
  • De kern van de oplossing ligt in een gecoördineerde handhavingsstrategie. Dit betekent samenwerking tussen de betrokken Nederlandse toezichthouders, die verantwoordelijk zijn voor verschillende aspecten zoals consumentenbescherming, privacy en productveiligheid. Tegelijkertijd is Europese samenwerking cruciaal, gezien de pan-Europese activiteit van deze platforms.
  • De voorgestelde aanpak is tweeledig: makkelijk aantoonbare overtredingen snel (en zichtbaar) aanpakken en inzetten op structureel aanpakken instroom onveilige producten . De problematiek is niet makkelijk op te lossen en sommige handhavingsacties vereisen uitgebreid onderzoek, nieuwe technologische oplossingen of wijzigingen in wetgeving (bv douaneregels). Dit kan echter niet betekenen dat er nu niet ingegrepen wordt. We stellen daarom het volgende voor:
    • De focus moet liggen op makkelijker aantoonbare overtredingen, zoals oneerlijke handelspraktijken op online interfaces (denk aan onjuist gebruikte afteltimers, gamification, onduidelijkheid over uiteindelijk te betalen prijs, onjuiste cookie banners, etc.), of overtredingen binnen de Digital Services Act (DSA). Technologische innovaties zoals scrapingtechnieken kunnen hierbij helpen om verdachte producten en verkopers sneller te identificeren.
    • Daarnaast is een structurele oplossing nodig voor de instroom van onveilige producten. Gezien de enorme hoeveelheid pakketjes (3-3,5 miljoen per dag voor Nederlandse douane) is het cruciaal om douaneautoriteiten beter te ondersteunen, dit moet het uitgangspunt zijn voor onder meer de herziening van de Union’s Customs Code. Meer specifiek pleiten wij voor een robuust data-sharing framework binnen de EU Customs Data Hub dat transparantie en verantwoording in de gehele toeleverings- en waardeketen waarborgt, tegelijkertijd gevoelige bedrijfsinformatie beschermt en naadloze integratie en interoperabiliteit tussen verschillende belanghebbenden ondersteunt.
    • Specifieke aandacht moet besteed worden aan dropshipping, dat veelal het domein lijkt te zijn geworden van startende ondernemers. Deze veelal jonge ondernemers zijn niet altijd op de hoogte van geldende wet- en regelgeving. De ACM moet een actievere rol pakken in het voorkomen van (on)bewust misbruik van het dorpshipping model.
    • In het geval van aanblijvende overtredingen van nationale en Europese regels moet er goed gekeken worden naar passende sancties. Voor bedrijven met aanzienlijke financiële middelen is een boete niet altijd voldoende om een verandering te zien. Andere sancties zoals een mogelijke blokkade van de website zouden ook moeten worden overwogen.
  • Het ultieme doel is een gelijk speelveld binnen de interne markt te creëren: niet-EU spelers moeten even streng gecontroleerd en gesanctioneerd worden als EU-bedrijven, ongeacht de handhavingsuitdagingen. Doel is een verantwoorde verkoop van goederen.
  • Verder is het goed om als overheid te investeren in het ontwikkelen en inzetten van nieuwe (scan)technologieën voor efficiëntere identificatie van non-conforme producten. Zo kunnen bijvoorbeeld sneller producten met een batterij opgespoord worden wat risicogericht toezicht beter mogelijk maakt.

3) Schaf de vrijstelling op invoerrechten af

  • Naast snellere handhaving, moet eveneens de vrijstelling van invoerrechten op goederen tot € 150,- worden afgeschaft, zoals ook wordt ondersteund in het non-paper waarin Nederland deze maatregel steunt. Deze verandering wordt echter pas verwacht in 2028 en zal ook niet het gehele probleem rondom oneerlijke concurrentie oplossen. Actie op aanvullende maatregelen is noodzakelijk om het verlies aan concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven te beperken.
  • Het Ministerie van Financiën wil de import van individuele pakketjes uit landen buiten de EU ontmoedigen en de import via bulkzendingen stimuleren. Wij onderschrijven deze intentie, gericht op het vergemakkelijken van handhaving en verbeterde productveiligheid. Het Ministerie stelt voor dit te realiseren middels het vereenvoudigingen van douaneprocedures op goederen die vanuit EU-douaneopslagplaatsen (customs warehouses) aan consumenten worden geleverd in plaats van direct vanuit een derde land (per stuk meestal). Met dit voorstel zou de consument profiteren van snellere levering (vanuit een EU-magazijn in plaats van een derde land) en van een veiliger product (naleving van EU-marktvereisten zou efficiënter en effectiever gecontroleerd kunnen worden door de douane en markttoezichthouders). Ook retourstromen zouden eenvoudiger te verwerken zijn binnen dit magazijnmodel. We stellen voor om verder te onderzoeken of een dergelijk model haalbaar is en past bij de business modellen van de bedrijven binnen het toepassingsgebied.

4) Zorg voor EU-vertegenwoordiging voor e-commerce platforms van buiten de EU

  • Platforms buiten de EU gevestigd moeten ervoor zorgen dat binnen de EU altijd een vertegenwoordiger is die aanspreekbaar is en verantwoordelijk gehouden kan worden voor compliance op het gebied van productveiligheid, duurzaamheid, en toegepaste verkooptechnieken c.q. de privacy. We geloven dat het concept van verantwoordelijke persoon binnen de Algemene Verordening Productveiligheid (GPSR), Markttoezichtverordening (MSR) en EU-douanehervormingen (EUCR) zinvoller moet worden, om betere naleving te bereiken.
    • Market Surveillance Regulation (MSR): De MSR stelt dat voor 18 productcategorieën (oa elektronica, speelgoed) er altijd een ‘economic operator’ in de EU aanwezig moet zijn die verantwoordelijk is voor samenwerken met de autoriteiten, verzorgen van documentatie, acties in geval van non-compliant product. Dit kan zijn (in deze volgorde):
      • Een fabrikant gevestigd in de EU,
      • een importeur (als de fabrikant buiten de EU is),
      • een gemachtigde vertegenwoordiger,
      • of een fulfilmentdienstverlener (Een natuurlijke of rechtspersoon die in het kader van commerciële activiteiten ten minste twee van de volgende diensten aanbiedt: opslag, verpakking, adressering en verzending, zonder eigenaar te zijn van de betrokken producten).
    • General Product Safety Regulation (GPSR): De GPSR is in lijn met de MSR. Chinese e-commerceplatforms die producten in de EU verkopen moeten een verantwoordelijk, aanspreekbare en te bereiken persoon (responsible person) binnen de EU aanwijzen. Dit is een van de bovengenoemde vertegenwoordigers. Deze vereiste geldt voor alle producten die in de EU worden verkocht, ongeacht hun herkomst. Dit moet een in de EU gevestigde entiteit zijn zoals een gemachtigde vertegenwoordiger, een importeur of een fulfilment service provider.
    • De Digital Services Act (DSA) vereist dat Very Large Online Platforms (VLOP's) een wettelijke vertegenwoordiger in de EU aanwijzen, die verantwoordelijk is voor de naleving door het platform van de DSA-verplichtingen.
  • Deze verplichtingen moeten worden afgedwongen voor nieuwe spelers van buiten de EU, zodat handhaving effectiever kan plaatsvinden. De ‘economic operator’ moet over de benodigde mankracht, expertise en resources beschikken om de taken goed te vervullen. Er moet onderzocht worden of dit momenteel naar behoren geregeld is voor de nieuwe spelers die van buiten de EU komen.

5) Verken mogelijkheden tot informatie-uitwisseling op seller niveau onder marktplaatsen

  • Er zijn al verschillende mogelijkheden voor consumenten, bedrijven en toezichthouders om onveilige producten te melden en informatie uit te wisselen. Denk aan de EU Safety Gate of het nieuwe gecoördineerde meldpunt in Nederland: de productenmeldwijzer. Dit zijn belangrijke instrumenten om onveilige producten snel op te sporen.
  • We zien echter vaak dat een verkoper meerdere (of herhaaldelijk) producten verkoopt die niet voldoen. Het zou daarom waardevol zijn om als platforms onderling (en met de toezichthouder) gegevens uit te kunnen wisselen over ‘malafide’ verkopers die herhaaldelijk niet-conforme of onveilige producten aanbieden. Dit helpt bij het identificeren en proportioneel blokkeren van problematische verkopers op meerdere platforms en voorkomt dat een verkoper zich na geblokkeerd te zijn bij het ene platform, aansluit bij een ander platform. Ook kan het de administratieve last van het identificeren van problematische verkopers voor marktplaatsen verminderen.
  • We stellen voor om te onderzoeken of en hoe dit mogelijk zou kunnen zijn binnen de bestaande Europese privacywetgeving en mededingingsregels.

6) Bewustzijn onder consumenten vergroten

  • Thuiswinkel.org, de RND, Koninklijke INretail, Techniek Nederland en MODINT kunnen samen met de overheid en de Consumentenbond een rol spelen in het voorlichten van consumenten over de risico's van aankopen buiten de EU. Bijvoorbeeld door het opzetten van een gezamenlijke consumentencampagne.
  • Door de bekendheid van bestaande keurmerken (zoals het Thuiswinkel waarborg of Techniek Nederland’s Keurmerk Refurbished) te vergroten kunnen consumenten gemakkelijk veilige en betrouwbare webwinkels en platforms herkennen. Hier kunnen het ministerie van EZ en de betrokken toezichthouders een belangrijke rol in spelen.