Nieuws

Kwaliteitsstandaard Oogmeting voor Opticiens niet vastgelegd in Register Zorginstituut Nederland

De Unie van filiaal & franchise optiek- en hoortoestelbedrijven Nederland (Ufon) ontving deze week het bericht van Zorginstituut Nederland dat de door enkele marktpartijen (zoals de NUVO) ontwikkelde Kwaliteitsstandaard Oogmeting voor Opticiens niet wordt opgenomen in het Register. De Ufon was niet betrokken bij de ontwikkeling van de standaard en werd in mei 2021 gevraagd om in te stemmen met de door de ontwikkelde standaard. Leden van de Ufon hebben een eigen kwaliteitsstandaard, medewerkers in filialen voldoen aan opleidingsvereisten, hebben kwaliteitsverbeteringsprocessen geïmplementeerd die ook gebaseerd zijn op klantenreviews en voeren audits uit op dat proces. Voor filiaalbedrijven is een dergelijke werkwijze vanzelfsprekend en onderdeel van een onderscheidend profiel in de markt, en hebben er begrip voor als zelfstandigen een eigen, verbindende minimum standaard willen hebben voor zelfstandige ondernemers voor wie deze manier van werken niet vanzelfsprekend hoeft te zijn.

Het bestuur van de Ufon heeft vooral gekeken naar de reikwijdte waarop deze kwaliteitsstandaard betrekking heeft - Zorginstituut Nederland gaat namelijk alleen over ‘verzekerde zorg’ en dat maakt de basis behoorlijk smal -, de inhoud van de voorgestelde standaard en het gevolgde proces, en verder ook naar welk probleem (maatschappelijk of binnen de sector) zou kunnen worden opgelost met het vastleggen van de standaard.

Het bestuur van de Ufon is toen tot de volgende conclusie gekomen:

  1. In onze sector wordt elk jaar flink geïnvesteerd in medewerkers door het aanbieden van interne en externe opleidingen;
  2. Op verschillende plaatsen in de voorgestelde standaard staat dat bij de beschrijving van de handelingen e.d. “gebruik is gemaakt van de eindtermen van de mbo-opleiding Optiek”. En dat is volgens de Ufon ook precies wat de voorgestelde kwaliteitsstandaard oogmeting is: goede eindtermen van de opleiding die het deel van de oogmeting beschrijven. Die worden vastgesteld in de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) en hebben betrekking op:
  • Allround Medewerker optiek;
  • Opticien;
  1. In het jaarverslag van de Geschillencommissie Optiek van 2020 staat dat er 12 zaken zijn behandeld. Op een totaal van 1,9 miljoen verkochte brillen per jaar is dat te verwaarlozen en is geen sprake van een significant probleem dat vraagt om verdergaande regulering;
  2. Ook de Consumentenbond heeft – het laatste eind 2018 – oogmetingen beoordeeld en kwam tot de conclusie dat “testresultaten laten zien dat bij elke optiekketen wel eens een recept afwijkt van die van de andere opticiens. Wij kunnen daarom niet duidelijk zeggen welke brillenwinkel je ogen het beste of het slechtste opmeet.” Op het onderdeel “oogmeting” lagen de scores tussen de 6,2 en 7,2 en "klantervaring" was een meer onderscheidende factor. Eerlijkheid gebiedt hier te zeggen dat de geteste zelfstandige opticiens geen eindcijfers kregen omdat de score van een zelfstandige niets zegt over de prestatie van een andere zelfstandige. Dat verklaart misschien de behoefte van zelfstandige opticiens om een minimum standaard te willen hebben voor zelfstandige ondernemers.
  3. De MDR (Medical Device Regulation) die 26 mei 2021 van kracht is geworden zorgt ervoor dat we ook alleen met onderdelen met CE-keurmerk kunnen werken en worden eisen gesteld aan de handelingen die horen bij het gebruik van deze artikelen.

Zoals wij vanuit de Ufon de balans opmaken, is geen sprake van een maatschappelijk probleem dat zou vragen om een interventie door middel van een in een register vastgelegde standaard. De consument heeft iets te kiezen, de MDR zorgt – naast al het andere - voor een wettelijk fundament en er zijn goede eindtermen beschreven van de opleidingen tot allround medewerker optiek en opticien.