Standpunten

Eerlijke handelspraktijken

De (detail)handel is volop in transitie. Technologie verkleint de wereld en zorgt ervoor dat handelsketens korter kunnen worden. Er komen nieuwe kanalen bij en de onderdelen van de klantreis versplinteren en worden bij meer partijen belegd. Verdienmodellen veranderen en prijstransparantie van internet zorgt voor behoorlijke concurrentie op prijzen. In deze transitie komt met enige regelmaat naar boven dat marktmacht oneerlijk zou zijn verdeeld en sprake zou zijn van oneerlijke handelspraktijken. RND pleit voor een gelijk (inter)nationaal speelveld, juist in deze snel veranderende wereld.

Aan de non-food zijde heeft sector Mode, Textiel en Schoeisel de handschoen opgepakt en heeft een meerjarige pilot uitgevoerd. De Stichting Eerlijke Handelspraktijken Mode, Textiel en Schoeisel (http://eerlijkehandelspraktijken.nl/) heeft een geragscode ontwikkeld. De gedragscode biedt een mogelijkheid aan ondernemingen om geschillen over handel tussen ondernemingen op basis van anonimiteit en zonder stap naar de rechter op te lossen. Ondernemingen die de gedragscode ondertekenen weten van elkaar dat zij dezelfde mores onderschrijven en dus ook dezelfde verwachtingen hebben qua eerlijke handelspraktijken.

Via de optie van geschillenbeslechting via het Nederlands Arbitrage Instituut (NAI) is een drempelverlagende mogelijkheid gecreƫerd gekregen om anoniem een klacht in te dienen.

De code is via een pilot toegepast en in 2016 geƫvalueerd. De pilot en de code hebben ertoe geleid dat wantrouwen uit het verleden is weggenomen en er een natuurlijke bereidheid is om in een vroeg stadium problemen tussen leveranciers en detaillisten door middel van bemiddeling op te lossen. Er is sprake van incidenten in een snel veranderende wereld en niet van structurele ongelijkheden die tot marktfalen zouden leiden.

In Nederland is de wet voor iedereen gelijk. RND ziet wel dat er internationale verschillen zijn die op onderdelen leiden tot een ongelijk speelveld. Dat leidt tot ongelijke handelverhoudingen die de wetgever kan oplossen op (inter)nationaal niveau. Binnen Europa zijn bijvoorbeeld wettelijke garantieperiodes verschillend. In Nederland is het beschermingsniveau erg hoog, wat niet meer uit te leggen is. De grote verschillen mbt accijnzen, BTW en andere zaken verstoren dat speelveld nog meer. Daarnaast is met betrekking tot data / persoonsbescherming en rechten en plichten van consumenten in het digitale domein internationaal sprake van grote verschillen. En handhaving laat vaak te wensen over, vooral daar waar consumenten zelf rechtstreeks buiten de EU zaken bestellen, waarvoor BTW/importvrijstelling geldt en waarvan kan worden afgevraagd of ze voldoen aan de in de EU geldende (veiligheids)standaarden. Veelal betreft het hier zaken die we op niveau van EU moeten oppakken.

Maar hierdoor wordt werking van de interne markt verstoord en is niet per se sprake van oneerlijke handelspraktijken tussen marktpartijen onderling.