Nieuws

Verplichting achteraf betalen niet goed voor kwetsbare consument

Raad Nederlandse Detailhandel wil af van achterhaalde wetsbepaling De Raad Nederlandse Detailhandel maakt zich sterk voor het afschaffen van de verplichting om "achteraf betalen" aan te moeten bieden voor alle online aankopen door consumenten in Nederland. Online aankopen van producten zoals alcohol, waarover in de Kamer kritische vragen zijn gesteld. Het gaat om een verplichting die alleen in de Nederlandse wet is opgenomen. Begin jaren ‘90 toen online winkelen nagenoeg onbekend was en nog met veel onzekerheden omgeven.

In november stelde de Kamer al vragen over de mogelijkheid die volwassen consumenten met een alcoholverslaving hebben om online drank te bestellen en daarbij kunnen kiezen om achteraf te betalen. Daarnaast heeft de Autoriteit Financiële Markten (AFM) onderzoek gedaan waaruit blijkt dat 1 op de 5 mensen tussen de 18 en 25 jaar door achteraf betalen, ook wel ‘Buy-Now-Pay-Later’ (BNPL) genoemd, te maken komen met een incassobureau en incassokosten.

Volgens de Raad Nederlandse Detailhandel (RND) wordt er in deze discussie onterecht gewezen naar online winkeliers, die een dergelijke betaalmethode aan hun klanten aanbieden. Dit omdat de Nederlandse wetgever voorschrijft dat de online winkelier zijn klant om niet meer dan 50 % aanbetaling mag vragen. Daarom moet hij altijd minimaal één achteraf betaalmethode aanbieden.

Een verplichting die volgens de RND uit de wet kan. Ook omdat de digitale detailhandel inmiddels ver is doorontwikkeld en ruim 80 % van de consumenten er zelf al voor kiest om vooraf te betalen met iDeal (70 %) of met een creditcard (10%).

Door de unieke Nederlandse wettelijke verplichting is een ongelijk speelveld ontstaan en zijn online ondernemers verplicht om achteraf betaalmethoden zoals Klarna en Riverty aan te bieden. Door een uitspraak van de Hoge Raad mogen online ondernemers aan de klanten die bij hen op afbetaling kopen, daar geen vergoeding voor vragen. Hierdoor is deze vorm van kredietverlening voor degene die er gebruik van maakt ‘gratis’ en wordt vooral de kwetsbare consument in de verleiding gebracht impulsaankopen te doen en zich extra in de schulden te steken.

Bepaling Burgelijk Wetboek achterhaald

"Het Burgerlijk Wetboek (7:26 lid 2) is op dit punt achterhaald en het afschaffen van deze verplichting is beter voor de consument en voor de ondernemer", aldus Eus Peters, directeur van de Raad Nederlandse Detailhandel.

Deze verplichting is in 1992 in de wet gekomen: een tijd waarin online winkelen onbekend was en het vertrouwen nog moest worden opgebouwd. Het was verder een tijd dat creditcardbetalingen nog niet konden worden teruggedraaid, deze nog niet waren verzekerd, geschillenbeslechting nog niet goed was geregeld en keurmerken voor online winkelen ook nog niet bestonden. Inmiddels is zoveel geregeld en gewaarborgd dat meer dan 80 % van de online aankopen vooraf wordt betaald.

De wettelijke verplichting om een achteraf betaalmethode aan te bieden doet inmiddels meer kwaad dan goed: het leidt tot toenemende schulden bij kwetsbare groepen in de samenleving en lokt ook te veel bestellen uit en daarmee onnodig veel retourzendingen. Daarom pleit de RND voor een aanpassing van de wet, waardoor online winkeliers in Nederland zelf kunnen kiezen of ze hun klanten achteraf betalen aanbieden of niet.

"Het feit dat voor achteraf betaalmethoden ongeveer 4% van de omzet in rekening wordt gebracht, en daarmee veel duurder zijn dan een iDeal- of een creditcardbetaling, maakt dat BNPL geen methode zal zijn die online ondernemers lichtvaardig zullen aanbieden. Er is trouwens geen ander land in Europa die deze extra wettelijke verplichting kent. Omdat het daar geen probleem is, zouden we ons in Nederland goed kunnen aanpassen aan wat in Europa gebruikelijk is. Ook al om ons op die ene interne EUropese markt niet onnodig uit de markt prijzen", aldus Eus Peters.